zaterdag 28 november 2009

“Ceci est une fiction”: Complot tussen NMBS en telefoonmaatschappijen ontsluierd

 

Het semester loopt op zijn einde. De stage komt eraan. Tijd voor wat serieuze journalistiek nu. Onderzoeksjournalistiek bijvoorbeeld. Op de hoek van elke straat zijn er raadsels te ontsluieren, sociale problemen aan te kaarten en samenzweringen te ontmaskeren. De kritische journalist houdt zijn ogen te allen tijde open.

Vandaag hield ook ik als kritisch journalist in wording mijn ogen open en stootte ik op zo’n samenzwering. En wat voor één. Enkele van de best bekende instanties in ons land hebben de handen in elkaar geslagen om samen het geld uit onze zakken te kloppen. Schuldigen in dit complot: de NMBS en de telefoonmaatschappijen.

Nietsvermoedend trok ik gisteren met pak en zak naar het station om er de trein van Leuven naar Aarschot te nemen. Van ver kon ik al zien dat er in de stationsgang wat op til was. Natgeregende reizigers drumden geërgerd samen voor de tv-schermen in de hal. Alle treinen tussen Leuven en Aarschot hadden een vertraging van een nog onbepaalde duur opgelopen. Een personenongeval verhinderde al het verkeer. Huismoeders met het eten al op tafel, hobbyclubs en familie werden verwittigd. “Ik bel even om te zeggen dat ik wat later ben, de trein heeft vertraging.”

Na enkele minuten vertrok er dan toch een trein in de getroffen richting. Huismoeders, hobbyclubs en familie werden weer gerustgesteld. De vreugde was echter van korte duur. Enkele kilometers later vertraagde de trein of beter nog, stopte de trein. “Door een ongeval moeten we heel voorzichtig en traag rijden. We proberen te toeteren om het andere verkeer te waarschuwen.” Zuchten vulden de wagon en de gsm’s werden weer bovengehaald. De sms’en waren nog niet aangekomen of de luidspreker sprong opnieuw aan. “We zullen het eerstvolgende station met een uur vertraging bereiken. Daarna rijden we met een normale snelheid verder.”

Na de vierde boodschap van het NMBS-personeel had ik het door. Hier zit meer achter. Bij elke nieuwe melding, halen alle reizigers spontaan hun gsm boven. Sms’en worden verstuurd, belwaarde wordt opgebruikt. Nog één melding van de conducteur en het netwerk raakt vast overbelast. Het kan niet anders of deze vertraging is een list. En als deze vertraging een list is, zijn alle andere dat waarschijnlijk ook. Een uurtje vertraging kost de gemiddelde reiziger zo’n vier euro aan belkrediet. Wat de telefoonmaatschappijen extra verdienen door dit uurtje vertraging op een goedgevulde trein, kan u zelf uitrekenen.

Welk voordeel de telefoonmaatschappijen uit dit geheim complot halen is duidelijk. Duidelijkheid over het motief van de NMBS vraagt nog verder kritisch onderzoek. Voorlopig raad ik iedereen ten stelligste aan bij vertraging op de trein alle gsm’s uit te schakelen en niemand te verwittigen. Eens de samenzweerders beseffen dat hun list ontsluierd is en zo zijn nut verliest, kan iedereen weer rekenen op de stiptheid van de NMBS.

Ceci est une fiction!

zaterdag 21 november 2009

To swish or not to swish

aangekondigd verslag van swishingevent

Echte Fashionista’s laten zich niet op droog zaad zetten door wat financiële moeilijkheden. Economische crisis of niet, er moet geshopt worden. Om de portefeuille toch eventjes rust te gunnen, bedenken ze gewoon een heel nieuwe manier om te winkelen. Gratis winkelen. Swishing!

image

“Spaar geld, red de planeet, bouw een feestje”

Zoals menig modetrend vond ook swishing zijn oorsprong in het hippe Londen. Swishing heeft het allemaal. Het is een gezellig samenzijn onder vrouwen. Het is ethisch verantwoord en milieubewust. Het is een goede manier om je schuldgevoel over miskopen te vergeten. Het is hip, trendy en vintage. En bovenal, het is goedkoop.

Maar wat gebeurt er nu net op zulk een swishingevent? Het idee is subliem in zijn eenvoud. Elke vrouw heeft in de hoek van haar kast een stapeltje miskopen liggen. Stuks die er in de solden ‘fabulous’ uitzagen maar later toch niet zo flatterend bleken te zijn. Elke vrouw kocht die ene jeans waar ze wel een paar kilo’s voor wilde afvallen. Niemand die dat ook echt deed. En in de verste uithoek van je kast ligt nog dat vestje dat je kreeg van je oud lief. Nu hij zo leuk niet meer is, kan je evengoed toegeven dat zijn vestje dat ook niet is. Deze stuks breng je mee naar een swishingevent. Daar worden ze opgehangen tussen de stuks die de andere vrouwen meebrachten. Voor elk kledingstuk dat je afgeeft, mag je een nieuw kiezen. Jij laat je miskopen achter. Een andere vrouw gaat er blij mee naar huis.

‘Get rid and get new’

Get rid and get new’, of ‘Raak er vanaf en krijg iets nieuw’ is de slogan van Alexia Coppens (25), Els Goethals (26) en Karolien De Craeker (26). Deze jonge dames introduceerden swishing in Vlaanderen en zijn vandaag in Gent aan hun derde editie toe. “Het is eigenlijk begonnen toen we onder vriendinnen een klassieke kledingruil wilden organiseren. Iedereen brengt mee wat ie niet meer aandoet en dan ruil je dat”, vertelt Alexia.

Grijp wat je kan

De eerste keer nodigden de drie alleen hun vriendinnen uit. Het was zo gezellig dat ze meteen besloten het een tweede keer te doen en wat reclame te maken. De tweede swishing werd een groot succes. Misschien zelfs een beetje te groot. “De boodschap was ‘grab what you can’”,zegt Alexia. “De ‘grijp wat je kan’ is toen uitgedraaid op hysterisch lopen voor de kleren. Er werden meisjes tegen het raam geplakt, er waren blauwe voeten. De vrouwen werden hysterisch. Het is ongelooflijk wat vrouwen doen als het om kleren gaat. Dus nu hebben we besloten dat het serener moet verlopen”.

De regels werden aangepast. Eens de kleren uitgestald zijn, mag iedereen drie kwartier rondneuzen en passen. Dan moet iedereen even de ruimte uit. De drie geven een startschot en iedereen mag weer binnen. Elke vrouw mag één stuk kiezen en moet dan terug de zaal verlaten. Zo worden er verschillende rondes georganiseerd tot elke deelneemster evenveel stuks mee naar huis kan nemen als ze bij zich had.

Wie dadelijk wil deelnemen aan de race heeft snelle suikers nodig

Voor vandaag schreven meer dan honderd vrouwen zich in. Enkele haakten af maar het wordt toch al gezellig druk in het Ateljee, de kring-loopwinkel in Gent waar vandaag de swishing doorgaat. Eerst moeten alle dames hun kledij afgeven. Ik besluit dat ik de sfeer het best kan opsnuiven door zelf deel te nemen en geef mijn miskopen af. Het team keurt. Vlekken en pluizige truien komen er niet in maar over smaak valt niet te twisten. Zo goed als alles wordt aanvaard. Als je je lading kwijt bent, kan je beneden wachten.

De drie weten duidelijk hoe ze een groep vrouwen moeten bezig houden. Pralines en chocoladecakejes verdwijnen vlot van het kleine buffet. De vegetarische kroketjes blijven langer liggen. Groen shoppen, oké. Maar wie dadelijk wil deelnemen aan de race naar het beste kledingstuk heeft snelle suikers nodig.

Enkele juweelontwerpers zitten opgelijnd met hun creaties voor zich uitgestald. De kleren zijn vandaag gratis dus een juweeltje kan er wel vanaf, hoor je de snuisterende vrouwen in zichzelf denken. Ergens loopt ook een kleurenconsulente rond. Ze geeft wat tips maar voor specifiek advies kan je best een afspraak maken. Een consult duurt al snel twee uur en ze heeft haar kleurenboeken niet bij.

De schminkstand heeft het meest succes. Een lange rij staat te staren naar de geluksvogels die aan beurt zijn. Enkele deelnemers op leeftijd grabbelen tussen de talrijk uitgestalde potjes oogschaduw. “Nee deze zijn van ons”, waarschuwt de schminkster, “ze zijn niet om mee te nemen.” De grabbelende dame kijkt verward. Alles was toch gratis vandaag? De schminkster trekt het zich niet aan en doet geconcentreerd verder. Geen snel veegje hier en daar maar een aangepaste en verzorgde behandeling. “Het duurt toch niet te lang he? ”, vraagt een van de schminksters aan de dame naast mij. “Nee nee,” brabbelt deze, “ik zou kunnen in slaap vallen van het genieten.

image                    foto van facebook.com/swishing

Als stieren in de arena

Maar dat doe je nu net best niet op een swishing. Om vier uur hangt alles klaar en mag iedereen de ruimte met kleren in. Er wordt duchtig gepast en gezocht. Vriendinnen adviseren elkaar. De beste stuks worden al stiekem verstopt en bijgehouden. Ogen schieten schichtig in het rond. Hier en daar bespreekt men een tactiek. “Jij loopt eerst naar dat en ik neem zo meteen dat!” Iets te lang vasthouden wordt niet geapprecieerd. “Euh mag ik dat jurkje eens zien, het is wel de bedoeling dat iedereen kan passen”, krijg ik toegesnauwd.

Na drie kwartier moet iedereen de ruimte verlaten. De spanning stijgt. Zo meteen start ronde één. Enkele fotografen staan klaar alsof de stieren zo meteen de arena in mogen. Iedereen mag de ruimte weer inlopen en één stuk kiezen. Ik snel naar een wit met rood rokje en haast me naar de uitgang. Na enkele passen word ik aan de mouw getrokken. “He wacht eens ik wilde die rok ook.” Pech, alleen bij gelijktijdig aantikken wordt er gediscussieerd. Dan wint de dame met het hoogste nummer op haar toegangskaartje.

image                   foto van facebook.com/swishing


Over smaak valt niet te twisten, over kwaliteit wel

Wie eerst vooraan stond moet nu achteraan plaatsnemen. Er wordt toch wel wat gelopen. Ik gaf vijf stuks af en ben tijdens ronde drie dus nog steeds in de running. Toch geef ik op. Er blijft niets meer over dat ik mee naar huis wil nemen. Ik vervloek het meisje dat die witte t’ shirt in het rek hing. Duidelijk niet iedereen bracht kledij mee die ze met trots wilden doorgeven. Sommigen leverden eerder goedkope kledij in om trots met een goed stuk van een ander naar huis te kunnen. Dat vindt ook Elke. Samen met haar vriendin Stephanie is ze naar het Ateljee gekomen. “Ik dacht dat de kleren mooier zouden zijn. Ik heb zelf mijn best gedaan om toch nog mooie kleren mee te brengen maar ik heb de indruk dat sommige vrouwen hun lelijkste kleren meegebracht hebben.”

Over smaak valt niet te twisten maar over kwaliteit en originaliteit wel. Misschien volgende keer toch wat strenger selecteren. Een afgedragen wit t’ shirt van een confectiemerk maakt niemand blij. We waren hier gekomen om de economische crisis te vergeten en te omzeilen. Maar dat witte t’ shirt en de andere achterblijvende stuks op het rek roepen de deelneemsters terug naar de realiteit. Geen dure vintage gevonden.

Eind goed, al goed

Uiteindelijk kan ik toch tevreden naar huis. Ik ben opgemaakt door een professional en heb een leuke rok gevonden. Bovendien wordt bij de tombola mijn nummer als eerste afgeroepen. Ik ben nu trotse eigenaar van een uniek pin-upjuweeltje. Aan de kassa - hier wordt niet betaald, alleen het aantal stuks wordt geteld – staat Karolien, een van de drie organisatoren. “Oh jij hebt die mooie jas mee”, zegt ze tegen het meisje voor mij. “Dat is het nadeel van zelf een swishing organiseren. Je kan zelf niet meer meedoen.” Voorlopig gaan de dames nog even door met het organiseren van swishingevents. “We willen eigenlijk een portaalsite worden zoals de website swishing.org in Londen. Iedereen die een swishing doet, kan dat daar posten. Zo willen we het swishen uitdragen. Gans België moet swishen en zijn miskopen heroriënteren. Wij willen de site zijn waar je kan op terugvallen voor info. Maar voorlopig stoppen we nog niet met het organiseren van swishings. Het is nog te leuk.”

dinsdag 17 november 2009

Ongezouten

In een van de vorige posts vond ik Bridget Jones leuker dan Veronique De Cock. Daar komt vandaag verandering in. Want wat blijkt: Veronique De Cock heeft humor, bakken humor.

In de nieuwe clip van Els De schepper laat de Temptationbabe zich gewillig belachelijk maken. “Je hebt misschien een paar gebreken maar die botox je wel weg. Je hebt misschien wat valse streken en je borsten zijn niet echt”, zingt De schepper met een foto van Veronique op de achtergrond. De Cock vindt dat helemaal niet erg. Ze playbackt even later zelfs een stuk van het nummer mee. “De honden janken als je lacht”, klinkt het.

Ik voel me als door de hand Gods geslagen. De Cock kan niet zo dom zijn dat ze de inhoud van het nummer niet begrijpt en dus niet wist waaraan ze meewerkte. In tegendeel. Ze blijkt  zo slim te zijn dat ze de humor van het hele lied doorziet. Ze staat boven elke belediging en blaakt van het zelfvertrouwen. Stralend zingt ze de tekst mee terwijl  haar geföhnde lokken elegant heen een weer waaien.

Vrouwen hebben humor en dat ga ik bewijzen”, zegt Els De Schepper. Ze contacteerde enkele vrouwelijke BV’s waarvan je niet meteen verwacht dat ze een moppenboekje op hun toilet hangen hebben. Die werden gevraagd om mee te acteren in een videoclip. De tekst van de videoclip kan op vlak van vuilbekkerij best concurreren met de nieuwste ‘uncensored’ clip van Snoop Dog. Maar iedereen wilde meteen meewerken. Vrouwen hebben inderdaad humor. En roddelen kunnen ze allemaal. Het resultaat mag er zijn. Zo zie je Phara aan het werk. Ze legt dit keer geen politcus op de rooster maar scheldt er op los. “Jij bent een menstruatiekramp, vies als een openbaar toilet”, zingt de gerespecteerde journaliste in grijs maatpak.  Ook Hadise, Marleen Merckx, Andrea Croonenberghs, Martine Prenen,  Kate Ryan en Bieke Illeghems doen mee.

De videoclip is onderdeel van de nieuwe show van Els De Schepper. ‘Els De Schepper roddelt.’ Dertien en veertien november stond De Schepper met deze show in de Lotto Arena.

Dave Eggers :

dave-eggers-large (foto van portfolio.com)

“Ik ben gek op kranten. Ik denk niet dat ze ten dode zijn opgeschreven. Papier is een veel mooier materiaal om mee te werken dan een website. Het belangrijkste is dat kranten zich zoveel mogelijk moeten onderscheiden van het internet.”

De Standaard (16/11) haalde deze boodschap van Dave Eggers, Amerikaanse journalist en auteur, uit The Observer.

donderdag 12 november 2009

Gevolgen van klimaatsverandering zijn al pijnlijk voelbaar in ontwikkelingslanden

Uit studies is gebleken dat de ontwikkelingslanden tegen 2020 jaarlijks honderd miljard euro zullen nodig hebben om de negatieve gevolgen van de klimaatsverandering op te vangen. Ze rekenen hiervoor op de steun van rijke industrielanden. Maar die geven de fakkel onderling door.

Amerikaans president Barack Obama verkondigde dat hij in samenwerking met Europa de inspanningen voor het klimaat wil verdubbelen. Concrete voorstellen over deze verdubbeling deed hij niet. Russisch premier Vladimir Poetin liet weten dat Rusland een nieuw klimaatsverdrag wil steunen. Maar hij voegde er wel meteen aan toe dat moet rekening gehouden worden met de uitgestrekte Russische bossen wanneer de toegestane CO2 uitstoot berekend wordt.   

Ook Europa doet slechts vage beloftes. Het wil een bijdrage leveren aan de financiering van het klimaatsplan maar de EU-lidstaten raken het niet eens over de verdeelsleutel voor deze financiële hulp. Bovendien komt Europa alleen over de brug als de VS, Japan, Brazillië en China dit ook doen. Ontwikkelingsorganisatie Oxfam vindt dat de Europese Unie best vijfendertig miljard euro kan vrijmaken. “De Europese Unie mag de arme landen niet dwingen om te kiezen tussen de bouw van dijken en de bouw van scholen”, stelt Oxfam.

Voor de ontwikkelingslanden zelf dringt de tijd. Droogte en overstromingen ten gevolge van de klimaatsverandering joegen al zesentwintig miljoen mensen op de vlucht. Daarnaast maken de harde klimatologische omstandigheden het leven extra moeilijk in de bestaande vluchtelingenkampen.                                                                

In Tsjaad, een van de armste en tegelijk een van de warmste en droogste landen ter wereld, is de problematiek pijnlijk voelbaar. De United Nations High Commissioner for Refugees schat dat in Tsjaad ongeveer vijfhonderdduizend mensen als vluchteling leven. Het land is op geen enkele manier voorzien op de opvang van zulk een grote groep vluchtelingen. Armoede, watergebrek, hongersnood, corruptie en geweld teisteren de bevolking. Honderdtachtigduizend van de vluchtelingen zijn dan ook op de vlucht in eigen land. De anderen komen voornamelijk uit Soedan en de Zuid-Afrikaanse Republiek.                                                                                    

De vluchtelingen worden opgevangen in kampen van niet-gouvernementele organisaties zoals het UNHCR. De organisaties proberen de vluchtelingen een identiteit, een veilig onderkomen, voedsel en onderwijs te bieden. Maar de middelen zijn ontoereikend. Vijftig mensen maken gebruik van één latrine. Eén emmer water per dag per persoon moet volstaan. Bovendien worden de kampen regelmatig aangevallen door militaire groepen die kindsoldaten rekruteren. Ook voor de vrouwen in de kampen zijn de risico’s groot. Wanneer zij het kamp verlaten om hout te sprokkelen worden ze dikwijls aangevallen en verkracht.                    

Vooral in het Oosten van het land waar vluchtelingen vanuit Soedan samenkomen, bemoeilijkt het harde klimaat de ondraaglijke levensomstandigheden in de vluchtelingen-kampen. In het zuiden is enige vorm van landbouw mogelijk en zijn de vluchtelingen gedeeltelijk zelfvoorzienend. Maar in het oosten zijn water, hout en vruchtbare grond enorm schaars. Dit zorgt voor spanningen met de plaatselijke bevolking die zelf een dagelijkse strijd levert om te overleven in de moeilijke klimatologische omstandigheden.                                                                                                                                                                             UNHCR probeert duurzame oplossingen te vinden voor de problemen. De vrouwen in de vluchtelingenkampen krijgen vuren die werken op zonne-energie om hun eten te bereiden. Zo hebben ze minder hout nodig en hoeven ze het kamp niet te verlaten om hout te sprokkelen. De organisatie deelt ook jonge bomen uit aan de vluchtelingen. Die kunnen ze planten om fruit te telen maar ook om woestijnvorming tegen te gaan. Bomen levend houden in het droge klimaat van Tsjaad is wel niet vanzelfsprekend.

Het contrast kan niet groter. De rijke industrielanden proberen de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven terwijl in de arme landen gekookt wordt op milieuvriendelijke vuurtjes.

dinsdag 10 november 2009

Soep eten in Leuven

Groot nieuws voor de studenten in Leuven. De ‘big apple’ aan de rand van het Hageland is een soepbar rijker. Het nieuwe Coup de Soup op het Hooverplein knaagt aan het imperium van de Soup Away in de Tiensestraat. Het gros van de studenten zweert nog altijd bij de ingevroren porties soep op grootmoeders wijze die ze op zondagavond toegestopt krijgen. Maar omdat we in onze kleine provinciestad toch ook wel eens willen proeven van ‘the big city life’ staan we regelmatig keurig opgelijnd in de trendy Soup Away. Dat de barman van de Soup Away ook best trendy is, heeft er voor velen ook wat mee te maken.
De Soup Away-fans van het eerste uur zweren bij hun favoriet en kijken nu steevast de andere kant op wanneer ze het Hooverplein oversteken. De student die toch wel nieuwsgierig is, vindt hier alvast een recensie van het nieuwe Coup de Soup.

Interieur
Het warme groen en rood op de muren doet denken aan de soep in de ketels op de toog. Geen tierlantijntjes maar de vele verschillende kleuren op de muur staan toch in fel contrast met de geheel witte Soup Away. Er ontbreken nog wel wat foto’s aan de muur om naar te staren wanneer je zonder gezelschap om soep komt.
Wie even snel tussen twee lessen door de maag wil vullen, zet zich vooraan op een krukje tegen de muur. Wie tijd heeft om wat langer te blijven zitten, verovert best een tafeltje achteraan. Wel jammer dat de krukjes geen rugleuning hebben. Die kan van pas komen wanneer je net een ‘large’ kom dampende soep hebt binnen gelepeld. De plaatsen zijn wel beperkt. Wie wat te lang treuzelt in de aula en pas om tien na één aankomt, kan de soep natuurlijk mee naar huis nemen.

Menu en prijs
Bij het binnenkomen valt het oog meteen op het menu. Een viertal soepen worden aangeboden. De kieskeurige eters lezen het bord best even goed na want elke soep bevat wel een bijzonder ingrediënt. Gelukkig prijkt de klassieke tomatensoep bovenaan het lijstje. Die ging erg vlot over de toonbank. We voelen ons echte ‘New Yorkers’ in Leuven maar vergeet niet, we zijn allemaal afkomstig uit de stille Kempen, Limburg of het verre West-Vlaanderen.                                                                                Met drie euro vul je een kleine maag, met vier euro een grote. Verse dikke sneden bruin brood, boter, balletjes en andere extra’ s zijn inbegrepen. Voor wie echt stevige honger heeft, staat er een maaltijdsoep op het menu. Die bevat vlees of iets dat de maag extra vult en kost vijf euro.

Smaak
Voorlopig onderging alleen de tomatensoep een smaaktest. De proefkonijnen van dienst lepelden hun kom helemaal uit maar hadden toch enkele bemerkingen. De tomatensoep mag wat meer naar tomaat smaken. Ook verwachtten de door grootmoeder verwende monden een zachtere meer romige structuur. De balletjes voldeden wel aan de verwachtingen. Ook het brood en de toegevoegde peterselie vielen in de smaak.

Dus
Durvers kunnen de stap wagen. Wie al gedurende enkele academiejaren wekelijks naar de Soup Away gaat, kan nu wat variatie in zijn menu brengen en eens via het Hooverplein lopen. Maar we zouden geen echte Leuvense studenten zijn als we de Soup Away niet net dat tikkeltje beter zouden vinden. Overigens staat ook in Coup de Soup een jongeman achter de toog. Hem moet je wel zelf gaan beoordelen.

zondag 1 november 2009

Intercontinental waters of the Blogosfeer

We lezen zoals opgedragen  "Why I Blog" van Andrew Sullivan. Deze blogger van het eerste uur legt uit waarom hij blogt. De man is verkocht en verkoopt. Ik weet het allemaal zo zeker nog niet.

Toegegeven, Sullivan houdt een erg geloofwaardig pleidooi. De blogosfeer belooft vrijheid, expressie, woord en wederwoord. Niet morgen of straks maar nu want “the deadline is always now”. Elke post is meer "rich in personality” dan de vorige. Het is een evenwicht tussen de visie van de schrijver en iedereen die er wil op reageren. De band die hier ontstaat, is volgens Sullivan maar met één woord te omschrijven.“friendship”

Als dit alles waar is, heeft Sullivan gelijk en kondigt de blogosfeer een gouden tijdperk voor de journalistiek aan. Jammer genoeg is alles wat te mooi lijkt om waar te zijn meestal ook niet echt waar. De blogosfeer waar Sullivan over spreekt, is een ideale blogosfeer. De werkelijkheid is wat anders.

In de werkelijkheid lijkt de blogosfeer een beetje op de intercontinentale wateren. Alles mag, niets moet. Iedereen doet wat ie wil op zijn manier. Geen regels, alleen vrijheid. Vrijheid van meningsuiting bijvoorbeeld. Dat kan leuk zijn. In deze intercontinentale wateren kan zelfs een ‘wannabe’ journalist als ik zich een gepubliceerd schrijver wanen. Of is dat nu een nadeel? Want hoe scheidt je tussen al deze ‘wannabe writers’ het kaf van het koren? Waar stoppen de ego’s en beginnen de visies?

Ik hoopte dat Sullivan hier een antwoord zou bieden. We weten allemaal dat het super is dat lezers meteen kunnen reageren en dat de visie van de journalist bekritiseerd kan worden. We weten allemaal dat het een kick geeft wanneer je op verzenden klikt en je ziet je stuk meteen voor je op het wereldwijde web. Maar hoe zorg je ervoor dat je de weg niet kwijtraakt in deze dagelijks expanderende melkweg van interessante visies en pure onzin? Hoe maak je van dit abstracte netwerk een praktische informatiebron? Het medium lijkt zichzelf tegen te spreken. Snelheid is zogezegd alles. Maar hoeveel tijd gaat het kosten om voor elk domein een bloggende specialist te vinden? Hoeveel blogs vol onzin moet je eerst passeren?

De blogosfeer is een succes zolang je even vrijblijvend kan zijn in het lezen als in het schrijven. Even klikken doorheen de experimenten van klasgenoten is best fijn. Sommige bloggers out there hebben echt wat te vertellen en zijn het pieren naar het scherm waard. Maar een praktisch informatiemedium is deze blogosfeer voor mij nog niet.

Wie de link bovenaan miste en zelf graag leest hoe Andrew Sullivan erover denkt, klikt best hier.